Tijdreizen met Sanne

Als kind is Sanne ermee opgegroeid; de foto’s en verhalen van haar vader. Hoe hij in de jaren'70 als hippie liftend en per trein over land naar India en Nepal reisde. Hij had prachtige zwart-wit foto’s* gemaakt van plekken die zó afgelegen lagen, dat ze voor Sanne een magische wereld afbeeldden. Ze wilde, net als haar vader, ontdekkingsreiziger worden. Nu fysiek reizen naar verre bestemmingen even niet mogelijk is, neemt Sanne jullie graag mee terug in de tijd, naar een moment in de geschiedenis waar Nepal nog een onontdekt, traditioneel koninkrijk was. Gelukkig zijn er vandaag de dag nog steeds plekken te vinden waar dit Nepal bestaat! *de zwart-wit foto's op deze pagina zijn gemaakt door Piet Veel.

1974

Dit is het jaar dat mijn vader begint aan zijn reis over de Hippy trail, hij is dan 24 jaar. Hij lift naar Joegoslavië en pakt daar de Orient Express naar Istanbul. Via Iran, Afghanistan en Pakistan reist hij per trein, minibus en taxi naar India. Hij steekt daarbij de gevaarlijke grens over tussen India en Pakistan, met loopgraven aan beide kanten. Met een vrijgeleide en een witte vlag in de hand steekt hij het niemandsland over. Na drie weken gereisd te hebben, arriveert hij in India. Hij is dan in totaal zeventig gulden kwijt aan vervoerskosten. 

In die tijd was er één reisgids waar summiere informatie in stond, genaamd Asia for the hitchhiker. Actuele inlichtingen vergaarde je vooral via medereizigers. Voor mijn vader had de naam Kathmandu een magische klank. Het koninkrijk in de Himalaya was pas sinds korte tijd open voor buitenlanders en werd gezien als het Shangri-La, een utopische stad in de Himalaya. 

Kathmandu was in die tijd heel rustig en landelijk. Er waren nog nauwelijks toeristen, waarvan het gros hippies was. Freakstreet was dé straat waar iedereen verbleef, want daar waren de hotelletjes. Er was nauwelijks verkeer: er reden wel riksja’s, maar nauwelijks taxi’s en geen privéauto’s. Per fiets ontdekte hij de stad en de omgeving, vanaf Durbar square fietste hij binnen mum van tijd tussen de rijstvelden en de landelijke omgeving. 

1980

Als onderdeel van zijn tweejarige wereldreis brengt mijn vader weer een bezoek aan Nepal. Tijdens deze trip maakt hij een trekking wat nu bekend staat als de Annapurna Circuit trek, maar toen heette het nog de Manang trek, gecombineerd met de Jomsom trek. Manang was pas sinds één jaar open voor buitenlandse toeristen en was dus nog erg authentiek. Hij huurt in Kathmandu een rugzak, slaapzak en sneeuwbril, koopt een landkaart en gaat op pad.

Er waren in die tijd nauwelijks lodges, in plaats daarvan sliep je in zogenaamde bhatti’s: theehuizen die door de lokale reizigers werden gebruikt om te eten en te overnachten en die waren in elk dorp te vinden. In de bergen worden te voet alle spullen omhoog gedragen, en als wandelaar kon je van dit netwerk gebruikmaken. Mijn vader sliep op de grond, soms tussen de familie, soms op de veranda als de temperatuur het toeliet. Op de foto zie je hem zitten vlakbij de Thorung La pas van 5416 meter hoogte. Ook toen al waren er hopen stenen en wapperende gebedsvlaggen die de pas markeerden.

1983

Dit is het jaar dat mijn vader samen met mijn moeder naar Nepal reist. Dit keer gewoon met het vliegtuig. Wat hem opvalt, is de net nieuwe gebouwde ringroad rondom het oude centrum van Kathmandu. Deze reed dwars door de rijstvelden. De wijk Thamel is nu de plek geworden waar de meeste toeristen verblijven. Mijn ouders willen graag een onbekende trekking lopen, en gaan naar het Tourist Office om een permit aan te vragen. Mijn vader heeft wat routes opgezocht die hij graag wil bewandelen, maar keer op keer wordt zijn aanvraag afgekeurd. Dan wordt hij mee naar boven genomen om op de kaart van Nepal zijn route te kiezen. Bijna alle gebieden kleuren rood en zijn ontoegankelijk, behalve het gebied rondom Annapurna en Dhorpatan, ten westen van de berg Dhaulagiri, dit laatste wordt het!

Dhorpatan is een vallei waar veel Tibetaanse vluchtelingen zijn gevestigd. In die twee weken dat ze wandelen, komen ze slechts twee Engelssprekende mensen tegen. Ze slapen ook daar in de Bhatti’s. Op de terugweg lopen ze via Ghorepani en Ghandruk (zie foto), tot op de dag van vandaag een pittoresk Gurung dorp wat wordt aangedaan tijdens de Annapurna Base Camp trekking.

2003

Mijn eerste reis naar Nepal was in 2003, twintig jaar nadat mijn ouders daar samen waren geweest. Tijdens de trek naar Helambu & Gosainkund verbleven we dan wel de gehele reis in lodges, maar ook toen ervaarde ik de cultuur en mensen als heel authentiek. De boerendorpen en tempels waren zó traditioneel en uniek. Maar bovenal ervaarde ik de bevolking als ontzettend open en vriendelijk, en dit is door alle jaren heen in al mijn terugkerende reizen, de constante factor geweest. Tijden veranderen en de dorpen die je tegenkomt op de trek veranderen natuurlijk op het moment dat er veel toeristen langs komen, of er een weg naartoe wordt gebouwd. Voor veel Nepalezen is dit een welkome ontwikkeling waarbij hun levensstandaard aanzienlijk verbetert. Maar voor de reiziger die graag dit traditionele Nepal wil ontdekken: het kan nog steeds! Daarvoor zal je soms iets meer van de gebaarde paden af moeten gaan, en dieper het land in moeten reizen. Maar deze opties zijn er zeker, en ik zou je ook aanraden om van de bekende route af te wijken.

Een bijzondere rondreis die YourWay2GO aanbiedt, is de Off the beaten track. Hier bezoek je plekken waar je het traditionele Nepal kan vinden, wat mijn vader al die jaren geleden óók heeft ervaren.