Tussen mijn bezoek aan Rio en Salvador zaten o.a. de watervallen van Iguacu, Bonito en de Pantanal. Heel leuk om na deze bestemmingen aan te komen in Salvador: een prachtige plaats, alleen al om doorheen te rijden! Ik verbleef in een leuk koloniaal hotel in het centrum van Salvador en in de avond genoot ik op terras van het hoofdplein tussen de Braziliaanse muziek en capoeira.
De volgende dag had ik ook hier een stadstour. Salvador, eigenlijk Salvador de Bahia, is met 2 miljoen inwoners de derde stad van Brazilië, na Rio en São Paulo. Het was de eerste hoofdstad van Brazilië tot 1763. Een groot deel van de bevolking stamt af van de Afrikaanse slavenarbeiders, wat ook goed te zien is.
Allereerst brachten we een bezoek aan de nieuwe wijk Barras, ten zuiden van het historisch centrum. Hier heb je een prachtig uitzicht over de Baai en vind je de stranden van Salvador. Op de hoek van deze wijk, aan het water, staat een oud fort met de oudste vuurtoren van Zuid-Amerika. Het fort hoort bij de koloniale geschiedenis, maar is nu een museum, wat interessant is om te bezoeken.