Ranthambore National Park staat bekend om zijn tijgersen is één van de beste plaatsten in India om de imposante roofdieren te zien.
Om stipt drie uur word ik opgehaald. Ik mag voorin zitten, wat een luxe. Het is ongeveer tien kilometer naar de eerste ingang van het park. De gids regelt daar wat papierwerk en dan rijden we het park in naar het fort waar nog een checkpost is. Ik zie een troep langoeren trampoline springen op het canvas dak van een stilstaande jeep, erg grappig.
Er zijn tien routes in Ranthambore, vijf starten er bij de ingang van het Fort en vijf ergens aan de andere kant van het park. Op elke route heb je kans om tijgers te zien maar zone één t/m zes hebben volgens de gids een iets hoger slagingspercentage. De indeling van de routes wordt echter bepaald door de parkautoriteiten en is niet altijd vooraf te garanderen. Wij krijgen zone drie toebedeeld.
Onze gids is niet echt spraakzaam en de chauffeur ook niet. In principe gaat er een naturalist guide mee maar als er nog een plek nodig is voor een parkbezoeker kan het zijn dat de gids wordt geschrapt. En als je dan wel een gids hebt, dan hoeft dat nog niet te betekenen dat je er wijzer van wordt. De één is gewoon beter en enthousiaster dan de ander.
De bekendste tijger was misschien wel T16 (Machli,vernoemd naar een streep op haar gezicht die lijkt op een vis). Machli was jarenlang de koningin van Ranthambore en werd ook wel ‘Lady of the Lakes’ genoemd omdat er in haar vorige territorium (zone drie) een aantal meren te vinden zijn en ze regelmatig gespot werd in het afbrokkelende jachtpaleis aan de rand van het meer. Ze werd van de troon verstoten door haar dochter T19 (Krishna). In 2016 is ze gestorven op een respectabele leeftijd van 19 jaar. Ze was op dat moment de oudste in het wild levende tijger ter wereld.
Ustad (T24) was de machtigste en grootste tijger van Ranthambore tot hij in 2015 een wachter greep. Dit was zijn vierde dodelijke slachtoffer sinds 2010. Zijn territorium was vlakbij de ingang en regelmatig was hij dan ook te zien op de weg. Doodeng voor de lokale bevolking die ook regelmatig over het pelgrimspad naar de Ganesha tempel in het fort wandelen. Locals wilden hem weg en autoriteiten hebben Ustad na dit incident herplaatst naar het Sajjangarh Biological Park in Udaipur waar ie zijn laatste dagen gaat slijten.
Het nationale park herbergt een fort uit de 10e eeuw dat hoog aan de rand van het plateau uitkijkt over het park. Je kunt het fort trouwens ook bezoeken maar niet tijdens de safari. De voet van het fort kun je op eigen gelegenheid bereiken met je auto en chauffeur. Daar kun je de trappen naar boven beklimmen om het fort te verkennen. Er is een belangrijke Ganesha tempel waar veel pelgrims naar toe gaan. Zondag en woensdag zijn de pelgrimsdagen en dan is het een kleurrijke boel. Ga vroeg, zeker in het warme seizoen zodat je niet in de hitte naar boven hoeft te klimmen.
Zone drie is een mooie zone. Via het fort kom je bij enkele meren. Aan één ervan vind je het jachtpaviljoen dat nu is vervallen tot ruïne en aan de krachten van moeder natuur wordt overgelaten. Zeker in de hitte van mei en juni willen T19 en haar welpen nog wel eens binnen in het jachtpaleis gaan liggen in de schaduw. De stenen geven blijkbaar verkoeling.
Al snel komen we bij het Raj Bagh meer. Hier zitten sambar- en axisherten, veel vogels en ook wat wilde zwijnen. We zien pauwen, kieviten, witte reigers, drongo’s, ooievaars en meer. Sambarherten houden er van om in het water te staan voor verkoeling. Met het kwik boven de 40 graden in mei kun je dat ook wel gebruiken.
We rijden verder naar het volgende meer en zien onderweg een uiltje in een boom zitten. Kleurrijke eksters, myna’s en zwarte drongo’s met hun gevorkte staart vliegen van tak naar tak. Bij het meer graast een enorme kudde axisherten. Ik denk niet dat het vandaag nog gaat lukken om een tijger te spotten. We blijven heel lang bij het meer staan. Ik speel wat met mijn telelens en ontwaar een krokodil in het water en ook flink wat watervogels: eenden, reigers, ibissen, steltlopers en kieviten. Een ijsvogeltje probeert zijn maaltje bij elkaar te vissen en duikt als een torpedo een aantal keren het water in. In de verte strekt een ooievaar zijn vleugels.
De volgende ochtend maak ik een vroege start. Ik word om 6 uur al opgehaald. Dit keer rijdt er een jeep voor. Ik ben helemaal in mijn nopjes en ga op pad met twee Britten en een Indiase familie uit Mumbai. Vandaag is het woensdag, pelgrimsdag en druk met mensen die de Ganesha tempel in het fort gaan bezoeken. Er zijn veel lokale jeeps die mensen over de weg naar het fort brengen maar velen kiezen er ook voor om deze paar kilometer te voet af te leggen. Zo vroeg is het nog wel te doen qua warmte.
Als we pas een kwartiertje onderweg zijn zien we bij het Raj Bagh meer al gelijk twee tijgers en later komt er nog een derde bij. Het is T19 weer met twee van haar welpen. Ook vandaag zien we ze lekker slapen in het hoge gras. Af en toe staat er eentje op om een meter verderop weer in slaap te vallen. We observeren ze een tijdje en maken dan een rondje langs de rest van de route. We zien veel pauwen in de bomen en ook een krokodil in een meertje. Er gebeurt van alles, langoeren rennen door het bos, we zien parkieten, axisherten, drongo’s, wielewalen, pauwen en frankolijnen. De temperatuur is vanochtend een stuk aangenamer dan gisteren. Dat was zeker het vroege opstaan waard. Eenmaal terug in het hotel staat er een heerlijk ontbijt klaar en kan ik het niet laten om nog even een paar baantjes te trekken in het mooie zwembad.