Na twee jaar vakantie houden in Europa, durfde ik het vorige maand weer aan om een verre reis te maken. Ik had heimwee naar de tropen en snakte naar zon op mijn gezicht, zweet op mijn rug en zand tussen mijn tenen. Als ik mijn ogen sloot zat ik er al, op het strand van Sri Lanka! Ik pakte mijn rugzak en boekte een ‘ticket to the tropics’.
Begin 2020 knipten president Gotabaya Rajapaksa en zijn broer, de eerste minister (en voormalig president) Mahinda Rajapaksa, een lint van exotische bloemen door ter opening van het laatste deel van de Southern Express Way. Met het sluitstuk van dit prestigieuze wegenbouwproject werd de recent gemoderniseerde overslaghaven van Hambantota verbonden met de gloednieuwe Rajapaksa International Airport bij Mattala, zo’n 30 km landinwaarts. Vanaf hier sjees je nu in drieënhalf uur naar de hoofdstad aan de westkust, over moessonbestendig asfalt dwars door de jungle. Meer dan een halvering van de oorspronkelijke reistijd over de oude hoofdweg langs de kust.
Een toeristische impuls? Zouden buitenlandse wildliefhebbers na aankomst in Colombo linea recta door een betonnen corridor willen doorstomen naar de nationale parken in het zuidoosten? En daarbij al het moois onderweg links (of rechts) laten liggen? Of zouden ze er zelfs maar over peinzen om per vliegtuig zowat naast de ingang van het Yala wildpark te willen landen?
Niets van dit alles blijkt de achterliggende gedachte van deze enorme investeringen. Vooral de belangen van China speelden een rol. In het kader van de Nieuwe Zijderoute beloofde dat land Sri Lanka gouden bergen. Miljarden werden geleend voor de uitbreiding van de zeehavens van Colombo en Hambantota, de aanleg van een extra vliegveld in het achterland en een snelwegverbinding tussen beide steden. Maar de containerschepen en vliegtuigmaatschappijen bleven weg. Jarenlang stapelden de verliezen zich op. Sri Lanka zit tot over zijn oren in de schulden. De Chinezen hebben het land stevig in de tang.
Ondertussen liggen de rijstroken van de expresweg er maar verlaten bij. En op Rajapaksa International Airport wordt meer geld verdiend met het verhuren van de terminalgebouwen voor rijstopslag dan met vlucht-gerelateerde activiteiten. Het leegste vliegveld ter wereld zag nog nooit zoveel mensen op één dag als die ene keer in 2016, toen de overheid meer dan 300 soldaten, politieagenten en vrijwilligers inzette om wilde dieren van de landingsbanen af te jagen…
De komende drie dagen doen we weinig meer dan wat lezen en luieren in onze strandstoelen. Als de zon te warm wordt bungelen we liever in onze hangmat, turend over de woeste zee. Of starend naar de kokosnoten, die in vervaarlijke trossen boven ons in de palmen hangen. Dagelijks klimt de tuinman even naar boven om te voelen of ze nog stevig genoeg vastzitten.
Het grootste gevaar schuilt echter in de oceaan. Door de verraderlijke onderstroom is zwemmen in zee hier een absolute no-go. Dus we houden het bij lange strandwandelingen. Oneindig strekt het mulle zand zich uit in oostelijke richting. Een witte strook, groen afgezoomd met welig tierend bos. We lopen een uur zonder ook maar een sterveling te zien. Golven rollen met veel kabaal af en aan. Een eenzame uitschieter spoelt de zandkorrels van onze voeten.
De andere kant op, naar het westen, wordt het langzaam wat levendiger. Tussen Marakolliya Beach - waar ons strandhuisje staat - en Medaketiya Beach passeren we idyllisch gelegen guesthouses en kleinschalige resorts. Sommige zijn nog niet open. In de verte ligt het provinciestadje Tangalle.
Als de avond valt luisteren we op onze veranda naar het gezang van de cicaden. De lucht kleurt oranje. Ik geniet van een ijskoud Singha-biertje. De kok komt langs om het menu voor het diner door te nemen. Vandaag schaft de pot vers gevangen garnalen en een drietal vegetarische curries: jackfruit (nangka), aubergine en sperzieboontjes. Met dit verrukkelijke vooruitzicht betreden we een uur later het restaurant. Ons tafeltje staat al gedekt. Zachte muziekklanken uit de boxjes onder het dak worden overstemd door de rustgevende geluiden van de natuur. Een lome dag in de tropen is opnieuw voorbijgegleden.
In drie weken tijd legden we de volgende reisroute af: Negombo – Dambulla – Sigiriya – Polonnaruwa – Kandy – Ella – Tissamaharama – Bundala National Park – Tangalle – Sinharaja Forest Reserve – Galle – Colombo.
Heb je ook zin gekregen om naar Sri Lanka te gaan? Het voorjaar is een ideale reisperiode, met als extra bonus de onontdekte stranden aan de oostkust, die juist dan de meeste zonuren vangen.
Ben je op zoek naar ideeën waar in het voorjaar naartoe te reizen? Laat je inspireren door de verhalen van onze reisspecialisten en productmanagers over hun favoriete voorjaarsbestemmingen in ons online magazine. In de tweede editie van ons online magazine doe je inspiratie op over reizen naar Costa Rica, Egypte, IJsland, Jordanië, Mexico, Sri Lanka en Zweden.
Tip: klik op 'Fullscreen' om het magazine op groot formaat op je mobiele telefoon, tablet, laptop en PC te kunnen lezen.