Camagüey is een van de grootste koloniale steden in Cuba en staat bekend als de stad van de tinajones, aardewerken kruiken. De stad heeft in tegenstelling tot de meeste Cubaanse steden geen geordend dambord als stratenpatroon maar is een doolhof van fraaie, gekleurde straatjes met leuke pleintjes en karakteristieke kinderkopjes. Een heerlijke stad om in te verdwalen, of op zijn minst heerlijk rond te dwalen.
Bij het stichten van de stad in de 16e eeuw is dit doolhof aan straatjes met opzet zo ontworpen om het voor aanvallende piraten zo moeilijk mogelijk te maken. Voor bezoekers zonder richtingsgevoel zijn er leuke bicitaxi ritjes te maken maar met googlemaps (of een andere app) kom je er ook wel uit.
De leukste pleintjes wat ons betreft zijn Plaza de los Trabajadores met het markante blauwe congresgebouw en de kerk van Nuestra Señora de la Merced, de Plaza del Carmen met de Nuestra Señora del Carmen kerk en de speelse bronzen beelden, Parque Agramont vol palmbomen en een standbeeld van de lokale held Agramonte te paard, Parque José Martí en de Plaza de la Soledad (tegenwoordig Plaza del Gallo) met de pittoreske Iglesia de Nuestra Señora de la Soledad.
Zwerf van plein naar plein door de knusse straatjes en gezellige restaurantjes en misschien beland je wel in een leuk muziektentje waar een onbekend bandje de sterren van de hemel speelt.