Carnaval is ongetwijfeld het populairste en meest traditionele feest in Brazilië. Officieel gaat het om vier dagen feesten, maar in de meeste steden duurt carnaval vaak langer dan een week. Maar ook andere feestdagen zijn kenmerkend voor de Braziliaanse cultuur.
Katholieke feestdagen zijn belangrijk in Brazilië: Driekoningen, Carnaval, Goede Vrijdag, Pasen, Sacramentsdag, Allerzielen en Kerstmis.
De Festas Juninas (juni) is een feest, waarbij mensen midwinter vieren. Dit feest wordt voornamelijk op het platteland gevierd. Alles is versierd met groene en gele vlaggetjes, verder is er veel live muziek. Tijdens dit feest eten de feestvierders speciaal voor deze gelegenheid gemaakte snoepjes en drinken rode wijn gemengd met vruchten.
Nieuwjaar wordt overal in Brazilië anders gevierd. In Rio de Janeiro gaan de inwoners in het wit gekleed naar het Copacabana strand. Dat brengt geluk en vrede voor het nieuwe jaar. Sommige Carioca's dragen ook nog geel gekleurd ondergoed, wat geld en rijkdom moet brengen. De periode rond nieuwjaar is voor Zuid-Amerikanen dé vakantie periode, vergelijkbaar met de zomervakantie in Nederland en België.
Carnaval is ongetwijfeld het populairste en meest traditionele feest in Brazilië. Officieel gaat het om vier dagen feesten, maar in de meeste steden duurt carnaval vaak langer dan een week.
Vierhonderd jaar geleden vierden de Brazilianen dit feest al, dat toen entrudo heette. De entrudo is door de Portugezen meegenomen en was voor alle Brazilianen, arm en rijk, de gelegenheid om collectief uit de ban te springen. Tijdens het feest bekogelden mensen elkaar voornamelijk met water, meel, verf en modder. In het begin gebeurde dat in de huiskamer, en verplaatste zich later naar de straat.
Halverwege de negentiende eeuw raakte de entrudo een beetje uit de mode. De nieuwe rijken van Brazilië, ontstaan door de bloeiende koffiehandel, vonden het te min om elkaar met viezigheid te bekogelen. Zij namen de gemaskerde ballen van het Carnaval van Venetië over. Het gewone volk moest langs de kant van de weg toekijken. Als reactie daarop organiseerden de morro’s hun eigen volkscarnaval. Ze maakten zelf hun muziek, organiseerden optochten en richten carnavalsbandjes op. Zo ontstond er een ander nieuw fenomeen; het bloco.
Een bloco was een groep van ruim zestig gekostumeerde mannen die begeleid door een percussieband over straat paradeerde. De bloco’s en het volkscarnaval liggen aan de oorsprong van twee fenomenen die tot de dag van vandaag de ziel van het carnaval in Rio de Janeiro vormen: de sambamuziek en de sambaschool.
In Rio de Janeiro paraderen de veertien beste sambascholen twee nachten lang door het speciaal daarvoor gebouwde Sambódromo. De feesten starten tegen acht uur 's avonds en gaan door tot de volgende ochtend.